De jongste generatie wordt geregeld bestempeld als ‘overgevoelig’ en ‘lui’. Deze laatste claim kunnen we meteen verwerpen, want Gen Z’ers blijken juist de meeste bijbanen ooit te hebben! Dit geldt niet alleen voor jongeren die naast hun school een extra job hebben, maar ook voor jongvolwassenen, die steeds vaker een extra inkomstenbron hebben naast hun fulltimebaan. Over hoeveel ze werken valt dus niets aan te merken. Maar hoe ze werken, dat gaat er inderdaad wat anders aan toe dan bij de generaties die hen voorgingen.
De naoorlogse babyboomers werkten om te kunnen (over)leven. Belangrijk om hierbij in het achterhoofd te houden, is dat er in die tijd minder financiële ruimte was om je te focussen op wat je leuk vindt om te doen. De centen moesten hoe dan ook binnenkomen. Deze werkmentaliteit verschoof in de opvolgende generaties X en Y (millennials), geboren in een tijd van meer welvaart. Zij hechten steeds meer waarde aan vrije tijd en zoeken naar een betere werk-privébalans: parttime werken, thuiswerken, etc. Deze generaties investeren dan ook breed in een goede tijd buiten de werkuren. Gen Z vindt plezier hebben net zo belangrijk, maar ziet werk niet alleen als middel om dat te realiseren. Voor hen is hun baan juist een middel om een goed en vervullend leven te leiden.
Al dat loltrappen op de werkvloer, is dat niet een tikkeltje verwend en onprofessioneel? Zo ziet een oudere generatie dit misschien van buitenaf. Alhoewel, is het niet een gewoonte van ouderen om op ‘de jeugd van tegenwoordig’ te mopperen? Wat er ook wordt gedacht, Gen Z is on to something: want niets is stimulerender dan een gezonde geest voor creativiteit en productiviteit. Dat je juist energie krijgt van je werktaken en het gevoel hebt met jouw werkzaamheden bij te dragen aan de doelstellingen van de organisatie. Of stel je voor, probleemloos samenwerken! Dit kan toch alleen maar een toevoeging zijn aan de bedrijfsresultaten?
We duiken even in de cijfers
Alle babyboomer-managers en bazen opgelet! We halen de wetenschappelijke cijfers er even bij; dat maakt het wat beter te behappen. Uit onderzoek van de Universiteit van Oxford bleek dat gelukkige medewerkers zo’n 13% productiever zijn dan hun minder gelukkige collega’s. Daarnaast zagen onderzoekers dat 45% van de medewerkers minder snel op zoek gaat naar iets anders en dat het ziekteverzuim met 37% daalt. Het is dus erg waardevol om te investeren in het werkgeluk van werknemers.
Beyond Work-Life
Waar deze generatie verder in excelleert, is hun bewustzijn van maatschappelijke problemen zoals klimaatverandering en inclusiviteit. Sterker nog, ze zijn niet alleen bewust, maar zetten zich hier ook graag voor in. Het uitspreken van standpunten hierover kan door oudere generaties worden gezien als ‘overgevoelig’. Voor Gen Z is dit echter een manier om bij te dragen aan een goede samenleving, en wat is een betere manier om dit te doen dan via je werk? “Werken tot je erbij neervalt” leidt niet bepaald tot persoonlijke groei of een positieve impact op de wereld.
Daarom kiezen zij voor een andere invulling: werk moet voldoening geven, uitdagend zijn maar tegelijkertijd niet te veel van je vragen. Niet alleen de functie is belangrijk, ook de sfeer op de werkvloer is van even grote waarde. Dit gaat verder dan gezellige collega’s; zelfs de omgeving kan hierin een rol spelen. Voor IT’ers kan een stad die als broedplaats dient voor de nieuwste innovaties aantrekkelijk zijn, terwijl een ander het belangrijk vindt om in een stad te werken waar een dorpssfeer heerst die past bij de ‘aesthetic’ van hun levensstijl.
Kortom, de werk-privébalans evolueert en gaat een stap verder. De Beyond Work-Life: Je werkt niet om te (over)leven, en je hoeft niet minder te werken om meer te kunnen genieten van het leven—werk ís leven. Wat betreft de kwaliteiten van Gen Z: niet lui, niet overgevoelig, maar juist productiever, effectiever, gezelliger en bewuster.